Risico’s van een mechanische hartklep via een open-hart-operatie
Elke operatie heeft risico’s. De risico’s zijn hoger wanneer:
- U ouder bent
- U long-problemen heeft
- Uw nieren minder goed werken
- U eerder aan uw hart geopereerd bent
Alle poppetjes samen staan voor 100 mensen die een mechanische hartklep krijgen via een open-hart-operatie.
Overlijden
Rode poppetjes: 2 van de 100 mensen overlijden tijdens of kort na de operatie.5
Groene poppetjes: 98 van de 100 mensen overleven de operatie.
Boezem-fibrilleren
Enkele dagen na de operatie kunt u last krijgen van boezem-fibrilleren.
Bij boezem-fibrilleren klopt het hart onregelmatig. Vaak klopt het hart ook te snel.
Sommige mensen merken hier niet veel van. Andere mensen hebben er veel last van.
Boezem-fibrilleren is niet gevaarlijk.
Meestal moet u wel medicijnen gebruiken.
U leest hier meer over in de keuzehulp Boezem-fibrilleren.
Rode poppetjes: 18 van de 100 mensen krijgen boezem-fibrilleren.5
Groene poppetjes: 82 van de 100 mensen krijgen geen boezem-fibrilleren.
Ontsteking van de hartklep
Na een hartklep-operatie krijgt u makkelijker een ontsteking aan de hartklep.
Daarom moet u antibiotica gebruiken bij een ingreep. Bijvoorbeeld bij een operatie of een behandeling bij de tandarts.
Rode poppetjes: 4 van de 100 mensen krijgen een ontsteking aan de hartklep.6
Groene poppetjes: 96 van de 100 mensen krijgen geen ontsteking aan de hartklep.
Bloeding
Rode poppetjes: 2 van de 100 mensen krijgen een ernstige bloeding.6
Groene poppetjes: 98 van de 100 mensen krijgen geen ernstige bloeding.
Ontsteking van het borstbeen
Rode poppetjes: 2 van de 100 mensen krijgen een ontsteking van het borstbeen.5
Groene poppetjes: 98 van de 100 mensen krijgen geen ontsteking van het borstbeen.
Bloed-propjes (embolie)
Op een mechanische hartklep kunnen bloed-propjes ontstaan. Dit noemen we embolie.
Dit risico is hoger als u jonger bent.
Rode poppetjes: 2 van de 100 mensen krijgen bloed-propjes.6
Groene poppetjes: 98 van de 100 mensen krijgen geen bloed-propjes.
Bloed-propjes zijn gevaarlijk. Ze kunnen uw hersenen en longen beschadigen.
Daarom moet u de rest van uw leven bloedverdunners gebruiken.
Dit zijn tabletten die u slikt.
Door de bloedverdunners krijgt u makkelijker bloedingen. Bijvoorbeeld:
- Een klein wondje blijft langer bloeden.
- Een kleine val kan een grote bloed-uitstorting geven. Kijk dus uit met sporten als rugby, vechtsporten en skiën.
Het is belangrijk dat u precies genoeg bloedverdunners slikt. Dan zijn de risico’s op bloedpropjes en bloedingen zo laag mogelijk.
U wordt daarom gecontroleerd door de trombose-dienst. U moet regelmatig bloed laten prikken.
De trombose-dienst vertelt u hoeveel tabletten u moet slikken.
Soms kunt u deze controles zelf thuis doen. U volgt dan eerst een cursus bij de trombose-dienst.
Geluid van de hartklep
Mechanische kleppen maken een tikkend geluid.
De meeste mensen wennen hieraan. Sommige mensen blijven dit vervelend vinden.
Rode poppetjes: 5 van de 100 mensen hebben na 2 jaar nog last van het geluid van de hartklep.4
Groene poppetjes: 95 van de 100 mensen hebben na 2 jaar geen last van het geluid van de hartklep.