Wat voor hartklep krijgt u? | Geen | Een klep van kunststof en metaal. | Een klep van kunststof en metaal. | Een klep van een dier of mens. | Een klep van een dier of mens. | Een klep van een dier of mens. |
|---|
Wat voor operatie? | Geen |
Grote snee in borstbeen.
Aan de hart-long-machine.
Narcose.
|
Kleine snee in borst.
Niet aan de hart-long-machine.
Narcose.
|
Grote snee in borstbeen.
Aan de hart-long-machine.
Narcose.
|
Kleine snee in de lies en borst.
Niet aan de hart-long-machine.
Narcose.
|
Kleine snee in lies of borst.
Niet aan de hart-long-machine.
Narcose of lokale verdoving.
|
|---|
Herstel | Niet van toepassing | Maanden | Weken | Maanden | Weken | Weken |
|---|
Voor wie geschikt |
Mensen die geen klachten hebben.
Mensen die waarschijnlijk nog maar kort leven.
|
Jongere en fitte mensen.
Minder geschikt bij zwangerschap, gevaarlijke sporten en reizen.
|
Jongere en oudere mensen.
Fitte en niet-fitte mensen.
Minder geschikt bij zwangerschap, gevaarlijke sporten en reizen.
| Oudere en fitte mensen |
Oudere mensen.
Fitte en niet-fitte mensen.
|
Alleen voor aorta-klep.
Oudere mensen.
Fitte en niet-fitte mensen.
|
|---|
Hoe goed helpt het? |
Met klachten:
Meestal overlijden binnen 2 tot 5 jaar.
Zonder klachten:
33 van de 100 mensen krijgen geen klachten binnen 5 jaar.
79 van de 100 mensen leven nog na 6 jaar.
| Minder klachten: 67 van de 100 mensen. | Minder klachten: 67 van de 100 mensen. | Minder klachten: 73 van de 100 mensen. | Minder klachten: 83 van de 100 mensen. | Minder klachten: 83 van de 100 mensen. |
|---|
Risico's |
Toch een operatie: 74 van de 100 mensen.
Ziekenhuis-opname voor hartfalen: 11 van de 100 mensen.
|
Boezem-fibrilleren: 18 van de 100 mensen.
Ernstige bloeding: 2 van de 100 mensen.
Overlijden: 2 van de 100 mensen.
Bloed-propjes: 2 van de 100 mensen.
Ontsteking van het borstbeen: 2 van de 100 mensen.
Ontsteking van de hartklep: 4 van de 100 mensen.
Last van het geluid van de hartklep: 5 van de 100 mensen.
|
Boezem-fibrilleren: 11 van de 100 mensen.
Ernstige bloeding: 2 van de 100 mensen.
Overlijden: 2 van de 100 mensen.
Bloed-propjes: 2 van de 100 mensen.
Ontsteking van het borstbeen: 2 van de 100 mensen.
Ontsteking van de hartklep: 2 van de 100 mensen.
Hartritme-stoornis en pacemaker nodig: 4 van de 100 mensen.
Last van het geluid van de hartklep: 5 van de 100 mensen.
|
Boezem-fibrilleren: 40 van de 100 mensen.
Ernstige bloeding: 11 van de 100 mensen.
Overlijden: 3 van de 100 mensen.
Bloed-propjes: 1 van de 100 mensen.
Ontsteking van het borstbeen: 2 van de 100 mensen.
Hartritme-stoornis waarvoor pacemaker nodig: 6 van de 100 mensen.
Ernstige schade aan de bloedvaten: 2 van de 100 mensen.
Lekkende hartklep: 2 van de 100 mensen.
Beroerte: 4 van de 100 mensen.
Hart-infarct: 2 van de 100 mensen.
Nier-problemen: 3 van de 100 mensen.
Long-problemen: 2 van de 100 mensen.
|
Boezem-fibrilleren: 10 van de 100 mensen.
Ernstige bloeding: 4 van de 100 mensen.
Overlijden: 3 van de 100 mensen.
Bloed-propjes: 1 van de 100 mensen.
Hartritme-stoornis waarvoor pacemaker nodig: 17 van de 100 mensen.
Ernstige schade aan de bloedvaten: 4 van de 100 mensen.
Lekkende hartklep: 4 van de 100 mensen.
Beroerte: 3 van de 100 mensen.
Hart-infarct: 2 van de 100 mensen.
Nier-problemen: 1 van de 100 mensen.
|
Boezem-fibrilleren: 10 van de 100 mensen
Ernstige bloeding: 4 van de 100 mensen
Overlijden: 3 van de 100 mensen
Bloed-propjes: 1 van de 100 mensen.
Hartritme-stoornis waarvoor pacemaker nodig: 17 van de 100 mensen
Ernstige schade aan de bloedvaten: 4 van de 100 mensen
Lekkende hartklep: 4 van de 100 mensen
Beroerte: 3 van de 100 mensen
Hart-infarct: 2 van de 100 mensen
Nier-problemen: 1 van de 100 mensen
|
|---|
Voordelen | Geen ongemak en risico’s van een operatie. |
Klep gaat waarschijnlijk uw hele leven mee.
Kleine kans op een nieuwe operatie.
|
Klep gaat waarschijnlijk uw hele leven mee.
Kleine kans op een nieuwe operatie.
Sneller herstel.
Kleiner litteken.
|
Alleen de eerste 3 maanden na de operatie bloedverdunners.
Klep maakt geen geluid.
Sneller herstel.
Kleine littekens.
|
Alleen de eerste 3 maanden na de operatie bloedverdunners.
Klep maakt geen geluid.
Sneller herstel.
Kleine littekens.
|
Alleen de eerste 3 maanden na de operatie bloedverdunners.
Klep maakt geen geluid.
Sneller herstel.
Klein litteken.
|
|---|
Nadelen |
Waarschijnlijk meer klachten.
Grote kans op toch een operatie.
Misschien eerder overlijden.
|
Ongemak en risico’s van de operatie.
Lang herstel.
Pacemaker nodig (meestal tijdelijk).
Hoger risico op bloedpropjes.
Levenslang bloedverdunners, met hoger risico op bloedingen.
Tikkend geluid.
Groot litteken.
Minder geschikt bij zwangerschap, gevaarlijke sporten en reizen.
|
Ongemak en risico’s van de operatie.
Pacemaker nodig (meestal tijdelijk).
Hoger risico op bloedpropjes.
Levenslang bloedverdunners, met hoger risico op bloedingen.
Tikkend geluid.
Minder geschikt bij zwangerschap, gevaarlijke sporten en reizen.
|
Ongemak en risico’s van de operatie.
Lang herstel.
Pacemaker nodig (meestal tijdelijk).
Biologische kleppen kunnen slijten.
Kans op een nieuwe operatie.
Groot litteken.
|
Ongemak en risico’s van de operatie.
Pacemaker nodig (meestal tijdelijk).
Biologische kleppen kunnen slijten.
Kans op een nieuwe operatie.
|
Ongemak en risico’s van de operatie.
Biologische kleppen kunnen slijten.
Kans op een nieuwe operatie.
|
|---|
