Risico’s van een biologische hartklep via een katheter

Alle poppetjes samen staan voor 100 mensen die een biologische hartklep krijgen via een katheter (TAVI).


Ernstige problemen rondom de operatie

Sommige mensen krijgen ernstige problemen tijdens of kort na een hartklep-operatie. Bijvoorbeeld:8

  • Hartritme-stoornis waarvoor u een pacemaker nodig heeft (17 van de 100 mensen)
  • Ernstige schade aan de bloedvaten (4 van de 100 mensen)
  • Ernstige bloeding (4 van de 100 mensen)
  • Beroerte (3 van de 100 mensen)
  • Hart-infarct (2 van de 100 mensen)
  • Nier-problemen (1 van de 100 mensen)

Overlijden

Rode poppetjes: 3 van de 100 mensen overlijden tijdens of kort na de operatie.9
Groene poppetjes: 97 van de 100 mensen overleven de operatie.

Population: 3%

Rode poppetjes: 10 van de 100 mensen overlijden binnen 1 jaar na de operatie.9
Groene poppetjes: 90 van de 100 mensen zijn 1 jaar na de operatie nog in leven.

Population: 10%


Boezem-fibrilleren

Enkele dagen na de operatie kunt u last krijgen van boezem-fibrilleren.
Bij boezem-fibrilleren klopt het hart onregelmatig. Vaak klopt het hart ook te snel.
Sommige mensen merken hier niet veel van. Andere mensen hebben er veel last van.

Boezem-fibrilleren is niet gevaarlijk.
Meestal moet u wel medicijnen gebruiken.
U leest hier meer over in de keuzehulp Boezem-fibrilleren.

Rode poppetjes: 10 van de 100 mensen krijgen boezem-fibrilleren.8
Groene poppetjes: 90 van de 100 mensen krijgen geen boezem-fibrilleren.

Population: 10%


Lekkende hartklep

De hartklep kan gaan lekken. Soms moet u dan opnieuw geopereerd worden.

Rode poppetjes: Bij 4 van de 100 mensen gaat de hartklep lekken.8
Groene poppetjes: Bij 96 van de 100 mensen gaat de hartklep niet lekken.

Population: 4%


Bloed-propjes (embolie)

Op een biologische hartklep kunnen bloed-propjes ontstaan. Dit noemen we embolie. Dit risico is hoger als u jonger bent.

Rode poppetjes: 1 van de 100 mensen krijgen bloed-propjes.6
Groene poppetjes: 99 van de 100 mensen krijgen geen bloed-propjes.

Population: 1%

Bloed-propjes zijn gevaarlijk. Ze kunnen loslaten van de hartklep en uw hersenen of longen beschadigen.
Bij een biologische hartklep ontstaan de meeste bloed-propjes kort na de operatie. Daarom moet u 3 maanden bloedverdunners gebruiken.
Dit zijn tabletten die u slikt.

Door de bloedverdunners krijgt u makkelijker bloedingen. Bijvoorbeeld:

  • Een klein wondje blijft langer bloeden. 
  • Een kleine val kan een grote bloed-uitstorting geven. Kijk dus uit met sporten als rugby, vechtsporten en skiën.

Het is belangrijk dat u precies genoeg bloedverdunners slikt. Dan zijn de risico’s op bloedpropjes en bloedingen zo laag mogelijk.

U wordt daarom gecontroleerd door de trombose-dienst. U moet regelmatig bloed laten prikken.
De trombose-dienst vertelt u hoeveel tabletten u moet slikken.