Ablatie van de bundel van His

De arts kan littekens maken op een bepaalde plek in het hart. Deze plek noemen we de bundel van His.
Er gaan dan geen elektrische prikkels van de boezems naar de kamers van het hart.
Het hart klopt dan veel te langzaam.
U krijgt daarom een pacemaker voor de ablatie.
Een pacemaker is een apparaatje waardoor uw hart regelmatig en snel genoeg klopt.

De cardioloog maakt littekens in de bundel van His met een slangetje.
Het slangetje noemen we een katheter.
Het slangetje wordt ingebracht via een bloedvat in de lies.

Uw arts bespreekt met u of deze behandeling geschikt is voor u.

Een ablatie van de bundel van His is vooral geschikt:

  • Als het niet lukt om met medicijnen het hart langzamer te laten kloppen
  • Als u te veel bijwerkingen heeft van medicijnen waardoor uw hart langzamer klopt
  • Bij mensen met boezem-fibrilleren die ook hart-falen hebben

De behandeling

De behandeling bestaat uit 2 delen:

  • U krijgt eerst een pacemaker.
  • 4 tot 6 weken later krijgt u een ablatie van de bundel van His met een slangetje

Pacemaker

De cardioloog maakt een snee van 5 tot 10 centimeter, links boven uw borst.
De arts plaatst de pacemaker onder uw huid (plaatje 1).
De draden van de pacemaker worden vastgemaakt aan de binnenkant van uw hart.

Daarna hecht de arts de snee.
Dit wordt een litteken.

De behandeling duurt 1,5 tot 2 uur.

 
Plaatje 1: Pacemaker

 Boezemfibrilleren-9.jpg

 


Ablatie van de bundel van His

De cardioloog prikt een dun slangetje in het bloedvat in uw lies.
Daarna schuift de arts het slangetje naar uw hart via de bloedvaten (plaatje 2).

Daar maakt de arts litteken-weefsel in de boezems van uw hart.
De ablatie kan een branderig gevoel geven in uw hart.

Daarna haalt de arts het slangetje weg.

De behandeling duurt 1,5 tot 3 uur.

 
Plaatje 2: Ablatie met een slangetje via de lies

AF-4.PNG

Pacemaker

Voor het plaatsen van de pacemaker krijgt u een prik, waardoor u geen pijn voelt.
Dit noemen we een plaatselijke verdoving.

U bent wakker tijdens de operatie.


Ablatie van de bundel van His

Er zijn 2 soorten verdoving voor een ablatie van de bundel van His:

  • Een prik met een verdoving in de lies. Dit noemen we een plaatselijke verdoving.
  • In slaap zijn tijdens de behandeling. Dit noemen we narcose.

Bespreek met uw arts welke soort verdoving u krijgt.

Pacemaker

Het duurt ongeveer 6 weken tot de pacemaker goed vastgegroeid is in uw hart.
Daarom moet u uw arm en schouder rustig bewegen in die tijd.


Ablatie van de bundel van His

Meestal blijft u 1 nacht in het ziekenhuis.

De eerste dagen na de ablatie mag u niet tillen.
U moet ook voorzichtig zijn met de lies waarin is geprikt.
De meeste mensen kunnen binnen een paar dagen hun gewone dingen weer doen.


Medicijnen na de ablatie

Uw arts bespreekt met u welke medicijnen u moet gebruiken na de ablatie.

Er is ook een kleine kans op een bloed-stolsel in het hart.
Daarom moet u 8 weken of langer bloed-verdunners gebruiken na de ablatie.
Vaak krijgt u ook bloed-verdunners voor de ablatie.
Veel mensen moeten de bloed-verdunners hun hele leven gebruiken.
Uw arts bespreekt dit met u.

Sommige mensen moeten nog 6 weken tot 3 maanden medicijnen gebruiken waardoor hun hart regelmatig klopt.

De cardioloog of pacemaker-technicus controleert uw pacemaker regelmatig.
Meestal controleert de cardioloog uw hart 3 maanden na de ablatie.
Daarna wordt uw hart 1 keer per jaar gecontroleerd.
Er wordt dan een ECG (hart-filmpje) gemaakt.
Dit gebeurt in het ziekenhuis.

Uw hart-ritme en pacemaker kunnen ook op afstand worden gecontroleerd.
U draagt dan thuis een apparaat dat uw hart en de pacemaker controleert. Dit noemen we een holter.
Of uw hart-ritme en pacemaker worden gecontroleerd via een horloge of uw mobiele telefoon.

Soms zijn de controles anders.
Uw arts bespreekt dat met u.

Uw pacemaker-technicus bespreekt met u wat u moet doen om te zorgen dat uw pacemaker goed blijft werken en niet verstoord wordt.
Bijvoorbeeld:

  • Een pacemaker kan verstoord worden door sterke magneten.
    Houd 15 centimeter afstand (of meer) tussen uw pacemaker en apparaten waar magneten in zitten.
    Bijvoorbeeld uw mobiele telefoon, tablet en computer.
    Maar ook huishoudelijke apparaten als een keukenmachine, magnetron en inductie-kookplaat.

    Voor andere apparaten is meer afstand nodig. Bijvoorbeeld stereo-luidsprekers en navigatie-systemen.
    Of u moet deze helemaal vermijden.
    Uw pacemaker-technicus bespreekt dit met u.
  • Er gelden extra regels voor autorijden.
    Uw cardioloog bespreekt dit met u.
  • Gaat u op reis? Neem dan uw pacemaker-pas mee.
    U krijgt deze pas in het ziekenhuis.
    Op de pas staat dat u een pacemaker heeft.
    U krijgt dan bijvoorbeeld aparte controles in plaats van de standaard veiligheids-poortjes op een vliegveld.
  • Met een pacemaker is een levens-verzekering of hypotheek soms duurder.
  • Wilt u zwanger worden? Bespreek dat met uw cardioloog.
    Een pacemaker geeft meestal geen problemen tijdens een zwangerschap.