Risico’s van dialyse via het bloed

De risico’s van dialyse via het bloed ontstaan door de shunt en door de dialyse zelf.


Shunt werkt niet meer

Als het bloed niet goed door de shunt stroomt, werkt de shunt niet meer goed.
De arts moet de shunt dan behandelen.
Meestal kan de shunt opgerekt worden met een ballonnetje.
Soms moet er een nieuwe shunt aangelegd worden.

Een shunt van weefsel uit het eigen lichaam ontwikkelt vaak beter en gaat meestal langer mee dan een shunt van kunstmateriaal (graft).16,17

Alle poppetjes samen staan voor 100 mensen met ernstige nierschade die dialyse via het bloed krijgen door een shunt die zich goed heeft ontwikkeld.

Rode poppetjes: Bij 22 van de 100 mensen werkt de shunt niet meer binnen 5 jaar.18
Groene poppetjes: Bij 78 van de 100 mensen werkt de shunt na 5 jaar nog goed.

Population: 22%


Verstopping van de shunt

De shunt kan verstopt raken door een bloedprop (trombose).
De shunt doet dan pijn en ruist of klopt niet meer.

Het risico op verstopping van de shunt of katheter verschilt per persoon.
Trombose komt vaker voor bij een shunt van kunstmateriaal (graft) dan bij een shunt van weefsel uit het eigen lichaam.17

De bloedprop wordt weggehaald met een operatie of worden weggehaald met een naald.
Meestal kunt u de shunt daarna blijven gebruiken.


Ontsteking

De shunt kan ontstoken raken. Het gebied rond de shunt wordt dan rood, dik en pijnlijk. Er kan pus uit komen. U kunt ook koorts krijgen.
Meestal moet de shunt of katheter vervangen worden. Ook krijgt u medicijnen tegen de ontsteking, zoals antibiotica of anti-schimmel-medicijnen.

Alle poppetjes samen staan voor 100 mensen met ernstige nierschade die dialyse via het bloed krijgen door een shunt van weefsel uit het eigen lichaam (fistel).

Rode poppetjes: 1 tot 4 van de 100 mensen krijgt een ontsteking van de shunt.
Groene poppetjes: 96 tot 99 van de 100 mensen krijgen geen ontsteking van de shunt.

Population: 1%

Alle poppetjes samen staan voor 100 mensen met ernstige nierschade die dialyse via het bloed krijgen door een shunt van kunstmateriaal (graft).

Rode poppetjes: 11 tot 20 van de 100 mensen krijgt een ontsteking van de shunt.
Groene poppetjes: 80 tot 89 van de 100 mensen krijgen geen ontsteking van de shunt.

Population: 11%

Alle poppetjes samen staan voor 100 mensen met ernstige nierschade die dialyse via het bloed krijgen door een dialyse-katheter.

Rode poppetjes: 3 tot 20 van de 100 mensen krijgt een ontsteking van de katheter.
Groene poppetjes: 80 tot 97 van de 100 mensen krijgen geen ontsteking van de katheter.

Population: 3%


Te weinig bloed in de hand of arm

Bij sommige patiënten stroomt er te weinig bloed naar de hand nadat zij een shunt hebben gekregen. Dit gebeurt vooral bij een shunt in de elleboog of bovenarm en komt bijna nooit voor bij een shunt in de onderarm.

U krijgt dan een bleke en koude hand of arm. De hand of arm kan ook pijn doen.

Bespreek dit met uw arts. De arts onderzoekt dan hoe ernstig het is en of een behandeling nodig is. Soms moet de shunt weggehaald worden, zodat het bloed weer goed naar uw hand kan stromen.

Alle poppetjes samen staan voor 100 mensen met ernstige nierschade die dialyse via het bloed krijgen via een shunt in de elleboog of bovenarm.19

Rode poppetjes: 3 van de 100 mensen moeten behandeld worden omdat zij te weinig bloed in de hand of arm krijgen.
Groene poppetjes: 97 van de 100 mensen hebben geen behandeling nodig vanwege te weinig bloed in de hand of arm.

Population: 3%


Problemen door de shunt of dialyse-katheter

Een deel van de shunt of dialyse-katheter is te zien.
Sommige mensen vinden dat eng of lelijk.
Soms gaan ze daardoor bepaalde dingen vermijden.
Bijvoorbeeld zwemmen of seks.