Wat zijn prenatale vervolg-onderzoeken?

De meeste kinderen in Nederland worden gezond geboren.
Heel soms heeft een kind een aangeboren aandoening of een lichamelijke afwijking.

We spreken in deze keuzehulp verder meestal over ‘aandoening’.
Overal waar ‘aandoening’ staat, bedoelen we ‘aangeboren aandoening’.

U kunt laten onderzoeken of uw ongeboren kind een aandoening of lichamelijke afwijking heeft.
De eerste stap is meestal prenatale screening.

Met prenatale screening wordt bedoeld:

  • De NIPT: bloed-onderzoek naar een verhoogde kans op 
    • down-syndroom (trisomie 21)
    • edwards-syndroom (trisomie 18)
    • patau-syndroom (trisomie 13)
  • De 13 weken-echo en de 20 weken-echo: onderzoek naar mogelijke lichamelijke afwijkingen

Meer hierover leest u in de keuzehulp Prenatale screening.

Is de uitslag van de prenatale screening afwijkend? Dan is meestal nog niet zeker of uw kind een aandoening of lichamelijke afwijking heeft.
Er is dan vervolg-onderzoek nodig om dit zeker te weten.

Andere redenen om prenatale vervolg-onderzoeken te doen zijn:

  • Eerder een kind met een aandoening of lichamelijke afwijking gekregen
  • Een erfelijke aandoening bij 1 of beide ouders
  • Een NIPT die 2 keer mislukt is

Uitgebreid gesprek

Voordat u een keuze maakt over prenatale vervolg-onderzoeken, krijgt u een uitgebreid gesprek met een arts die hiervoor speciaal is opgeleid.
Bij dit gesprek worden de voor- en nadelen van de onderzoeken besproken.
Deze keuzehulp kan u helpen bij de voorbereiding op het gesprek.
U kunt de keuzehulp ook gebruiken om de informatie nog eens na te lezen.


Een keuze maken

Na het uitgebreide gesprek kiest u zelf of samen met uw partner of u prenataal vervolg-onderzoek laat doen.
Prenatale vervolg-onderzoeken zijn niet verplicht.
U kunt dus ook kiezen om geen prenatale vervolg-onderzoeken te laten doen.


Wel of geen prenatale vervolg-onderzoeken?

Sommige mensen willen geen prenatale vervolg-onderzoeken laten doen.
Bijvoorbeeld omdat:

  • Ze de nadelen groter vinden dan de voordelen
  • Ze elk kind accepteren zoals het komt.
    Ook als het een aandoening of lichamelijke afwijking heeft.

Anderen willen juist wel prenatale vervolg-onderzoeken.
Bijvoorbeeld omdat:

  • Ze zich zo goed mogelijk willen voorbereiden op de komst van hun kind 
  • Ze de zwangerschap willen afbreken als het kind ernstige afwijkingen heeft. 
  • Ze graag zoveel mogelijk zekerheid willen.

De vragen aan het einde van deze keuzehulp helpen u om te bepalen wat voor u belangrijk is bij een keuze.