Een operatie

Bij een operatie maakt de arts de botten aan elkaar vast.
Zo kunnen de botdelen weer in de juiste stand aan elkaar groeien.

De operatie

Tijdens de operatie bent u in slaap (narcose).
Of uw arm is verdoofd met een prik in de zenuw.

De arts maakt een snee in de onderarm.
Via de snee brengt de arts de botdelen bij elkaar.
De arts zet deze vast met een metalen plaat en schroeven (plaatje).
Soms gebruikt de arts hiervoor metalen draden.
U mag meestal op de dag van de operatie naar huis.

Plaatje: Operatie met een plaat en schroeven

Herstel na de operatie

De wond van een operatie doet pijn.
Daarvoor kunt u pijnstillers slikken.
Meestal wordt de pijn minder na 1 tot 2 weken.

U mag de pols direct na de operatie voorzichtig bewegen.
Maar u mag nog geen kracht zetten met de pols.
U mag bijvoorbeeld nog geen zware boodschappen tillen.

Om uw pols te ondersteunen krijgt u soms een spalk of gips.
Een spalk zorgt ervoor dat u de pols minder kunt bewegen.
U kunt een spalk afdoen. Dit is handig met douchen.
Een spalk is meestal ook minder zwaar dan gips.
U draagt deze spalk of het gips meestal 1 tot 3 weken.

Na ongeveer 6 weken mag u langzaam meer kracht zetten met de pols.