Wat is een gebroken pols?

De pols is een gewricht.
Dit gewricht bestaat uit de botten van de onderarm en de botten van de hand.
Aan de botten zitten spieren vast door middel van pezen. Pezen zijn stevige banden.

De onderarm bestaat uit 2 botten:

  1. het spaakbeen
  2. de ellepijp

Bij een gebroken pols is meestal het uiteinde van het spaakbeen gebroken (plaatje).
Soms is ook een klein stukje van de ellepijp afgebroken.
Het spaakbeen kan in 2 stukken gebroken zijn, of in meer botdelen.

Meestal is de huid boven de breuk nog heel.
Maar soms steekt een botdeel door de huid heen.

Plaatje: Gebroken uiteinde van het spaakbeen

polsbreuk-nl-1.jpg


Klachten

Door een gebroken pols kunt u klachten krijgen, zoals:

  • Pijn
  • Een blauwe plek
  • Een dikke arm
  • Uw arm niet goed kunnen bewegen
  • Dystrofie 

Dystrofie is een abnormaal sterke reactie van uw lichaam.
Deze kan optreden na een verwonding of een operatie.
U kunt dan last krijgen van:

  • Veel pijn die lang kan duren
  • Dik worden van de arm
  • Verkleuring van de huid
  • Verandering van de huid-temperatuur van uw arm

Dystrofie komt voor bij 3 van de 1000 mensen met een gebroken pols.1
De oorzaak van dystrofie is niet helemaal duidelijk.


Verschoven botdelen

Bij een gebroken pols verschuiven de botdelen soms van hun normale plek.
Op een röntgenfoto of een CT-scan ziet uw arts of de botdelen verschoven zijn.


Aan elkaar groeien

Botdelen groeien meestal vanzelf weer aan elkaar.
Het duurt meestal 3 tot 6 weken tot botten weer stevig vast zitten.
Bij kinderen gaat dit sneller.
Bij ouderen duurt het soms langer.


De breuk ‘zetten’

Aan elkaar groeien gaat makkelijker als de botdelen goed tegen elkaar liggen.
Zijn de botdelen verschoven? Dan kunnen de botdelen scheef vastgroeien. Of het bot kan korter worden.
Daarom is het belangrijk om de botdelen zo recht mogelijk bij elkaar te brengen.
Dit noemen we het ‘zetten’ van een breuk. Een ander woord hiervoor is repositie.


Fixeren

Na het zetten moeten de botdelen 3 tot 6 weken op hun plek gehouden worden.
Anders kunnen de botdelen tegen elkaar aan bewegen. Dit geeft pijn.
Het op de plek houden noemen we fixeren.
Fixeren kan op verschillende manieren. Bijvoorbeeld met gips of een operatie.