Insuline-pomp
Een insuline-pomp is een apparaatje dat ongeveer zo groot is als een oude mobiele telefoon.
Het apparaatje geeft de hele tijd een beetje insuline af.
U draagt de pomp dag en nacht.
Er zijn verschillende insuline-pompen. Elke pomp heeft voordelen en nadelen.
Aan sommige pompen zit een slangetje met een dun naaldje (plaatje 1).
Andere pompen plakt u op uw huid (plaatje 2).
Na een aantal dagen vervangt u onderdelen van de pomp.
Plaatje 1: insuline-pomp met slangetje.
Plaatje 2: insuline-pomp zonder slangetje.
Gebruik van de pomp
Gaat u eten? Dan heeft u extra insuline nodig. Dit kan via een knop op de pomp.
De insuline-pomp berekent voor u hoeveel extra insuline u nodig heeft.
Bijvoorbeeld voor een maaltijd of een tussendoortje.
Ook kunt u de pomp instellen voor vaste momenten waarop u meer of minder insuline nodig heeft.
Bijvoorbeeld tijdens uw werk, of juist op vrije dagen.
Heeft u tijdelijk meer of minder insuline nodig?
Bijvoorbeeld als u gaat sporten, of als u ziek bent?
Ook dan kunt u makkelijk de hoeveelheid insuline aanpassen.
Glucose meten
U moet minstens 4 keer per dag de glucose-waarde in uw bloed meten, tenzij u een sensor heeft.
Bij een te hoge waarde stelt u de pomp in om extra insuline te geven.
Dit klinkt misschien lastig, maar de meeste mensen worden hier snel handig in.
Uw zorgverlener helpt u hierbij.
Kapotte pomp
Soms kan de pomp kapot gaan of losraken.
U krijgt dan binnen 4 uur een nieuwe pomp.
Totdat u een nieuwe pomp krijgt, regelt u uw glucose met een insuline-pen.
Daarom is het verstandig om altijd een insuline-pen bij u te hebben.
Vergoeding
Kiest u voor een insuline-pomp? Dan kijkt u samen met uw zorgverlener welke pomp het beste bij u past.
U vraagt de pomp aan bij uw zorgverzekeraar.
De pomp wordt vergoed vanuit de basis-verzekering.
U betaalt wel uw eigen risico.