Wat zijn de mogelijkheden?

Insuline is een stofje dat helpt om glucose op te nemen uit het bloed.
Bij u is het nodig om insuline te spuiten om glucose in uw bloed normaal te houden. Dit kan op 2 manieren:

  1. Met een insuline-pen
  2. Met een insuline-pomp

Beide mogelijkheden kunnen de glucose-waarde in het bloed ongeveer even goed normaal houden.

Het is in beide gevallen nodig dat u meerdere keren per dag meet hoeveel glucose er in uw bloed zit.


Glucose meten

U kunt op verschillende manieren meten hoeveel glucose er in uw bloed zit:

  • Met een vingerprik
  • Een ‘flash sensor’: dit is een apparaatje in uw bovenarm dat u kunt uitlezen met een smartphone.
  • Een ‘continue sensor’: dit is een apparaatje in uw buik of bovenarm dat continue uw glucose meet.
    Ook wanneer u deze niet uitleest. 

Met een continue of flash sensor hoeft u minder vaak te prikken dan zonder sensor.
Maar bij de meeste sensoren is een vingerprik nog steeds af en toe nodig.
Er zijn ook continue sensoren waarbij een vingerprik niet nodig is.

Sommige continue sensoren geven daarnaast automatisch uw glucose-waarden door aan uw pomp.
U hoeft dit dan niet meer zelf te doen.

De flash sensor wordt vergoed vanuit de basis-verzekering voor iedereen die regelmatig insuline moet spuiten.
De continue sensor wordt alleen in bepaalde gevallen vergoed uit de basis-verzekering.
Uw zorgverlener kan u vertellen of u een vergoeding kunt krijgen.


Huidveranderingen

Beide mogelijkheden kunnen huidveranderingen geven. Bijvoorbeeld:

  • huid-irritatie
  • verdikkingen
  • verkleuring 

De huid-irritatie vermindert als u op de juiste manier te spuit.


Welke behandeling is het best?

Soms is 1 behandeling duidelijk beter dan de andere behandelingen.
In andere gevallen maakt het niet uit. Dan kunt u kiezen.
Uw arts vertelt welke mogelijkheden geschikt zijn voor u.