Risico’s van een ruggenprik

Elke soort verdoving heeft risico’s.
Niet iedereen krijgt deze problemen.
Dit is per persoon verschillend.
Ook verschilt het per persoon hoeveel last iemand heeft van de problemen.

Alle poppetjes samen staan voor 100 mensen die een ruggenprik krijgen.


Problemen met plassen

Soms lukt het niet meteen om goed te plassen na de operatie.
Is uw blaas te vol? Dan maakt de verpleegkundige de blaas leeg met een slangetje via uw plasbuis. Dit slangetje noemen we een katheter.

Rode poppetjes: 10 tot 20 van de 100 mensen krijgen problemen met plassen.
Groene poppetjes: 80 tot 90 van de 100 mensen krijgen geen problemen met plassen.

Population: 10%


Lage bloeddruk

Uw bloeddruk kan lager worden door het verdovings-middel.
U wordt dan duizelig of misselijk.
De arts geeft u medicijnen, waardoor uw bloeddruk weer goed wordt.

Rode poppetjes: 10 van de 100 mensen krijgen een lage bloeddruk.
Groene poppetjes: Bij 90 van de 100 mensen blijft de bloeddruk goed.

Population: 10%


Misselijkheid en overgeven

Sommige mensen worden misselijk of moeten overgeven.
De arts geeft u dan medicijnen tegen de misselijkheid.

Rode poppetjes: 10 van de 100 mensen worden misselijk of moeten overgeven.
Groene poppetjes: 90 van de 100 mensen worden niet misselijk.

Population: 10%


Jeuk

Sommige mensen krijgen jeuk door het verdovings-middel.
De arts geeft u dan medicijnen tegen de jeuk.

Rode poppetjes: 10 van de 100 mensen krijgen jeuk.
Groene poppetjes: 90 van de 100 mensen krijgen geen jeuk.

Population: 10%


Pijn of irritatie op de prikplek

Sommige mensen krijgen pijn of irritatie op de plek van de ruggenprik.
Dit gaat vanzelf over binnen een paar dagen.

Rode poppetjes: 10 van de 100 mensen krijgen pijn of irritatie op de prikplek.
Groene poppetjes: 90 van de 100 mensen krijgen geen pijn en irritatie op de prikplek.

Population: 10%


Tintelingen in de billen of benen

Sommige mensen krijgen na 1 of 2 dagen tintelingen in de billen of benen.
Dit gaat vanzelf over binnen een paar dagen.

Rode poppetjes: 10 van de 100 mensen krijgen tintelingen in de billen of benen.
Groene poppetjes: 90 van de 100 mensen krijgen geen tintelingen.

Population: 10%


Hoofdpijn

U kunt hoofdpijn krijgen na de operatie.
Heel soms komt dat door de ruggenprik.

Rood poppetje: 1 van de 100 mensen krijgt hoofdpijn door de ruggenprik.
Groene poppetjes: 99 van de 100 mensen krijgen geen hoofdpijn door de ruggenprik.

Population: 1%


Ruggenprik werkt niet genoeg

Duurt het lang voordat de ruggenprik werkt of werkt de ruggenprik niet goed? Dan krijgt u extra pijnstillers of een roesje. Of de arts brengt u in slaap. Dit noemen we narcose.

Rood poppetje: Bij 1 van de 100 mensen werkt de ruggenprik niet genoeg.
Groene poppetjes: Bij 99 van de 100 mensen werkt de ruggenprik goed.

Population: 1%


Zeldzame problemen

Heel soms krijgen mensen deze zeldzame problemen:

  • Tijdelijke of blijvende irritatie aan de zenuw in uw onderrug, bil of been.
  • Hersenvlies-ontsteking (meningitis).
  • Hart-stilstand.
  • De verdoving blokkeert de zenuwen in het ruggenmerg of de hersenen, waardoor u niet goed kunt ademen, uw hart niet goed klopt en u bewusteloos raakt. Dit noemen we een hoog spinaal blok.

Rood poppetje: Minder dan 1 van de 1000 (duizend) mensen krijgt deze zeldzame problemen.
Groene poppetjes: Meer dan 999 van de 1000 (duizend) mensen krijgen deze zeldzame problemen niet.

Population: 0.5%


Overlijden

Heel soms overlijdt iemand door een ruggenprik.
Dit gebeurt bijna nooit.
Minder dan 1 van de 100.000 (honderd-duizend) mensen die een ruggenprik krijgt, overlijdt hieraan.