Operatie

Bij een operatie zet de arts het afgebroken stukje bot weer vast.
De arts doet dit met pinnetjes (foto), een schroefje of een plaatje.

Foto: Röngen-foto van een mallet-vinger met tijdelijke pinnetjes

Voor wie is een operatie geschikt?

Vaak helpt een spalk goed bij een mallet-vinger met een gebroken vinger-kootje.
Soms raadt de arts een operatie aan.
Bijvoorbeeld als het losse stukje bot erg groot is.
Of als het bot in het laatste vinger-kootje verschoven is (plaatje).

Plaatje: Verschoven bot in het laatste vinger-kootje

De operatie

De arts verdooft uw hand met een prik.
Dit noemen we een lokale verdoving.
U bent dus wakker tijdens de operatie.
Maar u voelt geen pijn.

De arts zet het stukje bot vast met kleine pinnetjes, een schroefje of een plaatje.
De pinnetjes blijven 6 weken zitten.

U mag meestal dezelfde dag weer naar huis.

Na de operatie

U gaat naar huis met een verband om uw vinger.
Het verband mag niet nat worden.
U kunt dus niet douchen met het verband.

Na een paar dagen mag het verband af.
U krijgt dan een spalk.
U draagt de spalk minimaal 6 weken.

U draagt de spalk de hele tijd, dag en nacht.
U mag de spalk alleen even af doen om uw vinger schoon te maken.
Maar ook daarbij moet uw vinger recht blijven.
Uw zorg-verlener bespreekt met u hoe u dit doet.

Oefeningen

Na 6 weken verwijdert uw zorg-verlener de pinnetjes.
Een plaatje of schroef kan blijven zitten.

Uw zorg-verlener geeft u oefeningen voor uw vinger.
Door de oefeningen kunt u uw vinger steeds beter gebruiken.

U kunt ook begeleiding krijgen van een hand-therapeut.
Dit is een fysio-therapeut die specialist is in klachten van de hand.

Herstel

De eerste maanden moet u nog voorzichtig zijn met uw vinger.
U moet erop letten dat u uw vinger niet stoot.
U kunt bijvoorbeeld beter geen bal-sporten doen.
Ook kunt u nog geen zware dingen tillen.

Het duurt 3 maanden of langer tot u weer alles kunt doen.

Vergoeding

De operatie wordt vergoed vanuit de basis-verzekering.
Heeft u uw eigen risico nog niet helemaal gebruikt?
Dan betaalt u eerst uw eigen risico.

Uw zorg-verlener of zorg-verzekeraar kan u meer vertellen over de vergoeding.