Operatie
Met een operatie maakt de arts de bot-delen weer aan elkaar vast. Dit kan met:
- een draad en pinnen (plaatje); of
- een plaat en schroeven.
Meestal mag u dezelfde dag weer naar huis.
Narcose of lokale verdoving
Voor de operatie gaat u naar de arts die de verdoving regelt.
Deze arts heet de anesthesioloog.
U kunt narcose krijgen of lokale verdoving.
U bespreekt met uw anesthesioloog welke keuze voor u het beste is.
Bij narcose bent u tijdens de operatie in een diepe slaap.
U maakt de operatie niet bewust mee.
Bij lokale verdoving spuit de anesthesioloog een verdovings-middel rond de zenuw.
Daardoor voelt u tijdelijk niets in uw arm.
U blijft wakker tijdens de operatie.
De verdoving is uitgewerkt na 12 tot 24 uur.
Na de operatie
U krijgt de eerste dagen een druk-verband om uw arm.
U kunt na de operatie meteen uw arm bewegen.
Doet het bewegen nog veel pijn? Begin dan voorzichtig.
Overdag kunt u een mitella of sling dragen.
U mag de eerste 3 maanden nog geen kracht zetten met de arm.
U mag bijvoorbeeld niet uzelf omhoog duwen uit een stoel.
Ook mag u geen zware dingen tillen.
6 maanden tot 1 jaar na de operatie is de arm weer zo goed als mogelijk hersteld.
De operatie geeft een litteken aan de achterkant van uw elleboog.
Oefeningen
U krijgt oefeningen voor uw arm om thuis te doen.
De oefeningen helpen om goed te herstellen.
Ook kunt u begeleiding krijgen van een fysio-therapeut.
De fysio-therapie wordt niet vergoed vanuit de basis-verzekering.
Bent u aanvullend verzekerd?
Dan wordt de fysio-therapie misschien wel vergoed.
Vraag hiernaar bij uw zorg-verzekeraar.
Plaatje: röntgen-foto van een elleboog na een operatie met draad en pinnen.