Risico’s van borst-reconstructie met een buiklap

Elke operatie heeft risico’s.

Niet iedereen krijgt deze problemen.
Dit is per persoon verschillend.
Ook verschilt het per persoon hoeveel last iemand heeft van de problemen.

De risico’s bij een borst-reconstructie zijn hoger als u:

  • Rookt
  • Diabetes (suiker-ziekte) heeft
  • Te zwaar bent
  • Ouder bent

Zijn er problemen met de borst-reconstructie? En heeft u nog een extra kanker-behandeling nodig, zoals bestraling, chemotherapie of hormoon-therapie? Dan wordt de rest van uw behandeling misschien uitgesteld.
Uw arts bespreekt dit met u.

Alle poppetjes samen staan voor 100 mensen die een borst-reconstructie met een buiklap krijgen van 1 borst.


Nog een operatie

Veel mensen worden nog een keer geopereerd. Bijvoorbeeld door problemen met de borst-reconstructie.
Ook krijgen de meeste mensen meer kleine operaties voordat zij tevreden zijn met de nieuwe borst.

Rode poppetjes: 75 van de 100 mensen krijgen binnen 2 jaar nog een operatie door problemen met de borst-reconstructie.19
Groene poppetjes: 25 van de 100 mensen hebben geen extra operatie nodig binnen 2 jaar.

Population: 75%


De nieuwe borst sterft af

Soms sterft de nieuwe borst helemaal of voor een deel af.
Er is dan een operatie nodig om het dode weefsel weg te halen.

Meestal kan de arts dan de nieuwe borst herstellen.
Maar de vorm van de nieuwe borst wordt dan minder mooi.

Soms moet de nieuwe borst helemaal worden weggehaald.
Vaak kunt u dan later opnieuw een ander soort borst-reconstructie krijgen.
Uw arts bespreekt dit met u.

Rode poppetjes: Bij 5 van de 100 mensen sterft de borst voor een deel of helemaal af.20
Groene poppetjes: Bij 95 van de 100 mensen blijft de borst goed.

Population: 5%


Ontsteking

Sommige mensen krijgen een oppervlakkige ontsteking van de wond in de rug of de borst.
Dit geneest meestal goed met antibiotica binnen enkele dagen.

Rode poppetjes: 5 van de 100 mensen krijgen een oppervlakkige ontsteking van de wond.21
Groene poppetjes: 95 van de 100 mensen krijgen geen ontsteking van de wond.

Population: 5%

Heel soms ontstaat er een diepe ontsteking in de borst.
Soms wordt u dan opnieuw geopereerd.


Problemen met de buik

Soms krijgen mensen problemen met de buik of de navel, zoals:

  • Uitstulping van de buik rond het litteken. Dit noemen we een litteken-breuk.
  • Een hard litteken rond de navel.
  • De navel sterft af. U heeft dan alleen een litteken in plaats van een navel.

Rode poppetjes: 5 van de 100 mensen krijgen problemen met de buik of navel.21,22
Groene poppetjes: 95 van de 100 mensen krijgen geen problemen met de buik of navel.

Population: 5%

 

Zwakkere buik-spieren

Na de operatie hebben veel mensen last van hun buik-spieren als ze die aanspannen.
Soms is een nieuwe operatie nodig om de buik-spieren sterker te maken.

 

Gevoel bij het litteken

U houdt de eerste paar jaar een dof gevoel rond het litteken op de buik.

 


Vocht in de borst of buik

Sommige mensen krijgen vocht onder de wond op de buik of de borst. Dat kan gaan ontsteken.
Het vocht ontstaat binnen een paar dagen na de operatie.
Het gaat meestal vanzelf over binnen een paar weken.

Heeft u hier veel last van? Dan kan de zorgverlener het vocht met een naald wegzuigen.
Het komt dan wel vaak weer terug. Meestal gaat dit uiteindelijk vanzelf over.
Soms is hier een operatie voor nodig.

Rode poppetjes: 4 van de 100 mensen krijgen vocht in de borst of buik.2
Groene poppetjes: 96 van de 100 mensen krijgen geen vocht in de borst of buik.

Population: 4%


Bloeding

Soms krijgen mensen een bloeding bij de wond na de operatie.
Soms is dan nieuwe operatie nodig.

Rode poppetjes: 4 van de 100 mensen krijgen een bloeding.21
Groene poppetjes: 96 van de 100 mensen krijgen geen bloeding.

Population: 4%


Bloed-prop (trombose)

Sommige mensen krijgen een bloed-prop in een bloedvat. Dit noemen we trombose.
Meestal geneest dit goed met medicijnen (bloed-verdunners).
U krijgt na de operatie 6 weken iedere dag een prik met medicijnen om trombose te voorkomen.

Rode poppetjes: 4 van de 100 mensen krijgen trombose.21
Groene poppetjes: 96 van de 100 mensen krijgen geen trombose.

Population: 4%