Operatie

Bij een operatie snijdt de arts de harde streng en knobbels weg uit de vinger.


De operatie
De arts maakt een zig-zag snee door uw huid (zie plaatje).
De harde streng en knobbels worden weggehaald uit de vinger.
De arts maakt de snee dicht met hechtingen. Dit wordt een litteken.

Plaatje: een operatie aan de streng.

 

Dupuytren-4-NL.jpg

 


Verdoving

U kunt kiezen tussen volledige narcose of een zenuw-blok.
De keuzehulp “Type verdoving: narcose of zenuwblok” kan u hierbij helpen.
U bespreekt met uw arts welke keuze voor u het beste is.

Bij volledige narcose bent u tijdens de operatie in een diepe slaap.
U maakt de operatie niet bewust mee.

Bij een zenuw-blok spuit de arts een verdovings-middel rond de zenuw.
Daardoor voelt u tijdelijk niets in uw arm.


Na de operatie

U mag meestal dezelfde dag weer naar huis.
Heeft u pijn? Dan kunt u pijnstillers gebruiken.
Bijvoorbeeld paracetamol.

Na de operatie heeft u een verband om de hand.
Dit verband mag niet nat worden.

Het verband mag na een paar dagen af.
U kunt dan weer voorzichtig uw hand gaan gebruiken.
Ook moet u oefeningen doen om uw hand soepel te houden.

Misschien krijgt u ook een spalk die u ’s nachts moet dragen.
Meestal gebruikt u de spalk een paar maanden.

Na 2 tot 3 weken zijn de wonden aan uw hand genezen.
U mag dan weer alles doen met uw hand, voor zo ver dat gaat.
In het begin kunnen de littekens nog pijn doen en kan uw hand stijf zijn.
Pas na 1 tot 2 maanden kunt u uw hand weer normaal gebruiken.