Zenuw-blokkade

Zenuwen zorgen voor gevoel en beweging.
De arts kan bepaalde zenuwen blokkeren met een prik.
Daardoor voelt u tijdelijk geen pijn op de plek van de operatie.
Soms voelt u nog wel dat u wordt aangeraakt.

Een zenuw-blokkade noemen we ook een perifeer zenuwblok of een plexusblok.


Wat merkt u van de verdoving?

U voelt de prik waarmee de arts de verdoving inspuit.
Soms brandt het een beetje tijdens het inspuiten van de verdovings-vloeistof.
Dit gaat vanzelf over binnen een paar minuten.

De verdoving werkt na ongeveer 15 tot 45 minuten.
U voelt dan dat uw arm of been:

  • Gaat tintelen
  • Warm wordt
  • Steeds zwaarder voelt
  • Bij sommige operaties: Niet meer kan bewegen

Wat merkt u van de operatie?

Bij het blokkeren van de zenuwen heeft u deze keuzes:

  • Wakker blijven bij de operatie.
    U hoort wat er om u heen gebeurt.
    Dit kan een voordeel en een nadeel zijn.
    De arts kan met u praten en met u overleggen.
    Tijdens de operatie kunt u soms een koptelefoon met muziek dragen, als u dat wilt.
    Bij een kijk-operatie kunt u soms meekijken op een scherm, als u dat wilt.
    Bij andere operaties kunt u niet meekijken.
  • Een medicijn om te ontspannen, of een licht slaapmiddel. Dit noemen we een roesje of sedatie.
    Een roesje is iets anders dan narcose.

Na de operatie

Na de operatie werkt de verdoving nog enkele uren door.
Soms tot de volgende dag.

Zolang de verdoving werkt, heeft u geen pijn of minder pijn.
U kunt uw arm of been niet goed bewegen.
Meestal komt eerst de beweging terug en daarna het gevoel. U kunt dan pijn krijgen.

De arts zoekt de juiste zenuw op.
Soms gebruikt de arts hiervoor een echo-apparaat.
Daarna spuit de arts met een naaldje een verdovings-middel rond de zenuw (plaatje).

Na sommige operaties is er een verdoving nodig voor langere tijd.
Dan plaatst de arts ook een slangetje bij de zenuw.
Door dit slangetje krijgt u na de operatie de hele tijd verdoving.

 

Plaatje: Zenuw blokkeren
verdoving-1.JPG

  • Wordt u geopereerd aan uw arm of schouder? Dan krijgt u een prik in uw hals, in uw oksel, of boven of onder uw sleutelbeen.
  • Wordt u geopereerd aan uw been? Dan krijgt u een prik in uw lies, uw bovenbeen of de holte van uw knie.