Operatie
U kunt ook kiezen voor een operatie.
Meestal verwijdert de arts 1 van de botjes van de duim-basis (plaatje).
Maar er zijn ook andere operaties mogelijk.
U bepaalt samen met uw arts welke operatie u krijgt.
Plaatje: operatie om het botje weg te halen.
Meestal verwijdert de arts een klein botje uit de duim-basis.
U heeft daardoor minder pijn als u uw duim beweegt.
Het weghalen van een botje uit de duim-basis heeft weinig risico’s.
De meeste artsen voeren deze operatie het vaakst uit.
Maar er zijn ook andere operaties mogelijk:
- De arts kan uw gewricht vast-zetten met pinnetjes of schroeven.
De botjes in het gewricht groeien dan aan elkaar.
Hierdoor kan het gewricht niet meer bewegen en heeft u minder pijn.
- De arts kan ook de stand van uw duim veranderen.
Hierbij haalt de arts een wigje weg uit een botje in uw duim-gewricht.
Door de andere stand van de duim heeft u minder klachten.
Deze operatie wordt vooral gekozen bij milde artrose.
Deze operaties helpen even goed als het verwijderen van een botje uit de duim-basis.
Misschien geven deze operaties wel een iets hoger risico op problemen.
U bepaalt samen met uw arts welke operatie u kiest.
Nadat u hersteld bent van de operatie, heeft u minder pijn.
Maar de kracht in uw duim komt niet helemaal terug.
Narcose of lokale verdoving
Voor de operatie gaat u naar de arts die de verdoving regelt.
Deze arts heet de anesthesioloog.
U kunt narcose krijgen of lokale verdoving.
U bespreekt met uw anesthesioloog welke keuze voor u het beste is.
Bij narcose bent u tijdens de operatie in een diepe slaap.
U maakt de operatie niet bewust mee.
Bij lokale verdoving spuit de anesthesioloog een verdovings-middel rond de zenuw.
Daardoor voelt u tijdelijk niets in uw arm.
U blijft wakker tijdens de operatie.
De verdoving is uitgewerkt na 12 tot 24 uur.
U kunt hier meer over lezen in de keuzehulp ‘Verdoving’.
Na de operatie
U gaat dezelfde dag naar huis.
U krijgt een verband en een mitella of sling (plaatje).
Soms krijgt u ook gips.
Maar dit is niet altijd nodig.
De arts bepaalt na de operatie of u gips nodig heeft.
Plaatje 1: Mitella
Plaatje 2: Sling
Krijgt u gips na de operatie?
Na 2 tot 6 weken mag het gips af.
U krijgt dan een afneembare spalk.
Ook krijgt u oefeningen van een hand-therapeut.
Dit is een fysio-therapeut die specialist is in klachten van de hand.
U gebruikt de spalk ongeveer een half jaar.
In het begin draagt u de spalk nog veel.
Na een tijdje gaat u de spalk steeds minder gebruiken.
De hand-therapeut begeleidt u hierbij.
Krijgt u geen gips na de operatie?
Na 3 dagen mag het verband af.
U mag dan zelf voorzichtig gaan oefenen met uw duim.
Na 1 tot 2 maanden komt u op controle bij de arts.
De arts bespreekt dan met u of u ook hand-therapie nodig heeft.
Herstel
De eerste 6 tot 8 weken mag u geen kracht zetten met uw duim .
U kunt in deze periode beter niet fietsen of autorijden.
Tot ongeveer 3 maanden na de operatie moet u nog voorzichtig zijn.
U mag nog geen zware dingen doen met uw hand.
U mag bijvoorbeeld niet een potje open-draaien of zware dingen tillen.
Na ongeveer 3 maanden kunt u de meeste dingen weer doen.
Misschien merkt u dat de pijn minder wordt.
Maar dit kan ook langer duren.
Het duurt vaak 1 jaar of langer voor u helemaal hersteld bent.
Vergoeding
De operatie wordt vergoed vanuit de basis-verzekering.
Heeft u uw eigen risico nog niet helemaal gebruikt?
Dan betaalt u eerst uw eigen risico.
Uw zorgverlener of zorg-verzekeraar kan u meer vertellen over de vergoeding.