Vergelijk de behandelingen

In de tabel staan de eigenschappen van de verschillende behandelingen.

Zo kunt u de verschillende behandelingen met elkaar vergelijken.

U kunt deze tabel opslaan, e-mailen en printen op de laatste pagina van de keuzehulp.

 
Afwachten
De baby draaien
Wat betekent het?

U wacht af wat er gebeurt. Misschien draait de baby zelf nog.

Gebeurt dit niet? Dan moet u nadenken over hoe u wilt bevallen: met een vaginale stuitbevalling of via een keizersnede.

Van buitenaf de baby proberen te draaien.
Hoe lang duurt de behandeling?
Niet van toepassing.

U bent ongeveer 90 minuten in het ziekenhuis.

Het draaien zelf duurt een paar minuten.

Hoe vaak lukt het?
3 van de 100 baby's draaien uit zichzelf met het hoofd naar beneden.

54 van de 100 baby's liggen na het draaien met het hoofd naar beneden.

6 van de 100 baby's draaien weer terug naar stuitligging.

Risico's

50 van de 100 vrouwen krijgen een keizersnede.

18 van de 100 vrouwen bij wie draaien gelukt is, krijgen een keizersnede.


Risico’s van het draaien:

Bij 6 van de 100 baby’s klopt het hart tijdelijk minder snel.

Bij 4 van de 1000 (duizend) vrouwen gaat het niet goed met de baby tijdens het draaien en is een spoed-keizersnede nodig.

 

Voordelen

Geen ongemak van het draaien.

Geen risico's van het draaien.

Kans dat de baby na het draaien met het hoofd naar beneden ligt.


Als het draaien lukt:

Minder risico's voor uzelf en uw baby.

Een lager risico op een keizersnede.

Minder risico's bij een eventuele volgende zwangerschap.

Nadelen

Kleine kans dat de baby met het hoofd vanzelf naar beneden draait. 


Als de baby niet draait:

Meer risico's voor de baby tijdens een vaginale stuitbevalling.

Hoger risico op een keizersnede, met risico’s voor uzelf en uw baby.

Ongemak en risico’s van het draaien.

Bij ongeveer de helft van de vrouwen lukt het draaien niet. U moet dan alsnog kiezen tussen een vaginale stuitbevalling of een geplande keizersnede.

Soms draait de baby weer terug naar stuitligging.