Wat betekent het? |
Niets doen.
Of zelf dingen doen om de klachten minder te maken.
| Iedere dag 1 of meer tabletten nemen. | Iedere dag 1 of meer tabletten nemen. | Oefeningen doen bij de fysiotherapie en thuis. | De binnenkant van de prostaat weghalen via de plasbuis. | De binnenkant van de prostaat weghalen via de buik. | Behandeling waarbij zo weinig mogelijk weefsel rond de prostaat wordt beschadigd. |
|---|
Hoe goed helpt het? | Bij 79 van de 100 mannen worden de klachten niet erger. | 59 tot 71 van de 100 mannen hebben minder klachten. Dit verschilt per medicijn. | 63 van de 100 mannen hebben minder klachten. | 82 van de 100 mannen hebben minder klachten. | 84 van de 100 mannen hebben minder klachten. | 90 van de 100 mannen hebben minder klachten. | 95 van de 100 mannen hebben minder klachten. Dit verschilt per behandeling. |
|---|
Risico's | Bij minder dan 1 van de 100 mannen wordt de prostaat zo groot, dat ze plotseling niet meer kunnen plassen. | 20 tot 30 van de 100 mannen hebben last van bijwerkingen, zoals seksuele problemen, lage bloeddruk en moeheid. |
Droge mond en droge ogen (10 van de 100 mannen).
Soms andere bijwerkingen, zoals hoofdpijn, verstopping en duizeligheid.
Ook kunnen deze medicijnen ervoor zorgen dat u langzamer reageert en zich slechter kunt concentreren.
| Geen. |
Kort na de operatie risico op bloeding, bloedstolsel in de blaas, tijdelijk niet zelf kunnen plassen.
Bij 40 tot 80 van de 100 mannen: veranderde zaadlozing en verminderde vruchtbaarheid.
14 van de 100 mannen: niet zelf kunnen plassen.
11 van de 100 mannen: plas niet kunnen ophouden.
10 van de 100 mannen: erectie-problemen.
4 van de 100 mannen: moeilijker plassen door littekens in de plasbuis.
10 van de 100 mannen krijgen binnen 5 jaar opnieuw een operatie.
5 van de 1000 mannen overlijden.
|
Kort na de operatie risico op bloeding.
Bij de meeste mannen: veranderde zaadlozing en verminderde vruchtbaarheid.
10 van de 100 mannen: plas niet kunnen ophouden.
6 van de 100 mannen: moeilijker plassen door littekens in de plasbuis.
6 van de 100 mannen krijgen binnen 5 jaar opnieuw een operatie.
4 van de 1000 mannen overlijden.
|
Kort na de behandeling risico op pijn, bloed in de urine, tijdelijk niet zelf kunnen plassen, aandrang, blaas-ontsteking.
4 tot 14 van de 100 mannen krijgen binnen 5 jaar opnieuw een behandeling.
|
|---|
Voordelen | Geen bijwerkingen of complicaties. |
Kans dat de klachten minder worden.
Geen operatie nodig.
|
Kans dat de klachten minder worden.
Geen operatie nodig.
|
Kans dat de klachten minder worden.
Geen bijwerkingen of complicaties.
|
Grotere kans dat de klachten minder worden.
Geen litteken.
| Grotere kans dat de klachten minder worden. |
Grotere kans dat de klachten minder worden.
Geen litteken.
Snel herstel.
Geen problemen met de erectie, zaadlozing of vruchtbaarheid.
|
|---|
Nadelen |
De klachten worden meestal niet minder. Sommige mannen krijgen meer klachten.
Het kan lastig zijn om anders te gaan eten en drinken.
|
Als u stopt, komen de klachten vaak weer terug.
Risico op bijwerkingen.
Het duurt lang voordat sommige medicijnen werken, terwijl u al last kunt hebben van bijwerkingen.
|
Als u stopt, komen de klachten vaak weer terug.
Risico op bijwerkingen.
Het duurt lang voordat sommige medicijnen werken, terwijl u al last kunt hebben van bijwerkingen.
|
Regelmatig oefeningen doen.
Wordt niet altijd vergoed na de 9e behandeling.
|
Ongemak van een operatie.
Risico op complicaties.
Kleinere kans om kinderen te krijgen op de natuurlijke manier.
|
Ongemak van een operatie.
Risico op complicaties.
Litteken in de buik.
Langere opname in het ziekenhuis en langer herstel dan bij kijk-operatie.
Kleinere kans om kinderen te krijgen op de natuurlijke manier.
|
Ongemak van een ingreep.
Risico op complicaties.
De resultaten op de lange termijn zijn nog niet bekend.
|
|---|
