Wat betekent het? |
Geen behandeling. |
Medicijnen slikken op 3 dagen met meeste bloedverlies. |
3 weken lang elke dag 1 pil met hormonen slikken. |
Een ankertje van plastic met hormonen in uw baarmoeder.
Werkt 5 jaar.
|
Baarmoederslijmvlies verdrogen door een buisje in uw vagina tijdens een operatie.
Voorbehoedmiddel gebruiken tot na de overgang.
|
Baarmoeder weghalen tijdens een operatie.
U kunt geen kinderen meer krijgen.
|
Wat kan ik verwachten? |
Klachten blijven.
Klachten zijn zeker weg na de overgang.
|
NSAID:
- Minder bloedverlies;
- Meestal minder pijn.
Tranexaminezuur:
- Minder bloedverlies;
- Pijn blijft hetzelfde.
|
Minder bloedverlies.
Vaak ook minder pijn.
|
Minder bloedverlies (90 van de 100 vrouwen).
Helemaal geen bloedverlies (20 van deze 90 vrouwen).
Vaak minder pijn.
|
Veel minder bloedverlies (87 van de 100 vrouwen).
Helemaal geen bloedverlies meer (20 van deze 87 vrouwen).
12 van de 100 vrouwen kiezen er later voor om de baarmoeder helemaal weg te halen.
|
80 van de 100 vrouwen zijn tevreden.
Nooit meer ongesteld. Geen bloedverlies meer.
Pijn is na de operatie meestal helemaal verdwenen.
|
Wat zijn de bijwerkingen en wat kan er misgaan? |
Geen. |
NSAID:
- Last van uw maag en darmen;
- Kleine kans op een maagzweer of maagbloeding.
Tranexaminezuur:
- Last van uw maag en darmen;
- Hele kleine kans op trombose.
|
Bijwerkingen:
- hoofdpijn;
- gespannen borsten;
- somberheid;
- minder zin in seks;
- klein beetje bloedverlies op momenten dat u het niet verwacht.
Iets meer kans op trombose.
|
Bijwerkingen:
- onverwacht een beetje bloed verliezent;
- hoofdpijn;
- pijn in uw borsten;
- puistjes;
- haaruitval;
- somberheid;
- meer afscheiding uit uw vagina.
Wat er mis kan gaan:
- Gaatje in de baarmoeder (1 op 1000 vrouwen).
- Spiraaltje kan loskomen (4 op de 100 vrouwen).
|
Wat er mis kan gaan (2 van de 100 vrouwen):
- trombose in een been;
- ontsteking;
- bloeding;
- beschadiging van de baarmoeder.
|
Wat er mis kan gaan (5 van de 100 vrouwen):
- trombose in een been;
- ontsteking;
- schade aan uw blaas of darm;
- bloeding uit de operatiewond.
|
Voordelen |
U hoeft niets te doen.
Niet naar de huisarts of het ziekenhuis.
Geen kans op bijwerkingen en geen risico dat er iets misgaat.
U kunt altijd nog kiezen voor een behandeling.
Na de overgang geen klachten meer.
|
Minder bloedverlies.
Als u een NSAID slikt: meestal minder pijn.
Geen kans op bijwerkingen van hormonen.
Niet naar het ziekenhuis.
|
Minder bloedverlies.
Als u geen stopweek neemt: helemaal geen bloedverlies.
Vaak minder pijn.
Niet naar het ziekenhuis.
Beschermt goed tegen zwangerschap.
|
Meestal veel minder of helemaal geen bloedverlies meer.
Vaak minder pijn.
Niet denken aan pillen slikken.
Minder hormonen in bloed en hele lichaam.
Vaak geschikt voor vrouwen die geen pil kunnen of willen gebruiken.
Geen hoger risico op trombose.
Beschermt goed tegen zwangerschap.
|
Grote kans op veel minder of helemaal stoppen van het bloedverlies.
Sneller herstel dan wanneer de baarmoeder helemaal wordt weggehaald.
|
Bloedverlies stopt helemaal. U wordt nooit meer ongesteld.
Pijn is na de operatie meestal verdwenen.
|
Nadelen |
Klachten blijven.
Kans op bloedarmoede.
U weet niet of uw klachten hetzelfde zullen blijven, erger worden of minder worden.
|
Elke maand maximaal 3 dagen medicijnen slikken.
Kans dat u nog steeds veel bloed blijft verliezen.
Medicijnen zijn niet voor iedereen geschikt.
NSAID's gaan vaak niet goed samen met andere medicijnen.
Kans op bijwerkingen.
Geen kortere ongesteldheid.
|
Elke dag een pil slikken.
Kleine kans dat u nog steeds veel bloed blijft verliezen.
Niet voor iedereen geschikt.
Kans op bijwerkingen.
|
Het plaatsen kan pijn doen.
In de eerste 3 maanden kans op bijwerkingen hebben.
Kleine kans dat er iets misgaat bij het plaatsen of dat het spiraaltje loskomt.
U weet niet van te voren of het bloedverlies bij u helemaal wegblijft.
|
Naar het ziekenhuis.
Pijn tijdens de operatie als u niet onder narcose bent.
Herstel na de operatie.
U mag echt niet zwanger worden.
Voorbehoedmiddel gebruiken tot na de overgang.
Kleine kans dat er iets misgaat bij de operatie.
Misschien meer pijn na de operatie. De pijn kan blijven.
|
Naar het ziekenhuis.
U moet in slaap gebracht worden.
Herstel na de operatie.
Kleine kans dat er iets misgaat bij de operatie.
|
