| Nu niets doen. | ’s Nachts een spalk dragen, eventueel ook overdag. | 1 of 2 keer een medicijn inspuiten in de pols. |
Doorsnijden bandje over de carpale tunnel.
Open operatie of kijk-operatie.
Plaatselijke verdoving.
|
---|
|
Weinig klachten.
Korter dan 6 weken klachten.
Niet de hele tijd klachten.
De hele dag doof gevoel in vingers en de hand niet goed kunnen gebruiken.
|
Weinig klachten.
Niet de hele tijd klachten.
|
Weinig klachten.
Niet de hele tijd klachten.
Niet geopereerd willen worden.
|
Veel klachten.
Tintelingen of doof gevoel gaat (bijna) niet meer weg.
Gewone dingen niet kunnen doen door klachten.
Duimspieren worden dunner.
|
---|
Hoe lang duurt de behandeling?
| Tot de klachten overgaan of te erg worden. | 2 tot 6 weken proberen. Langer dragen als het helpt. | Een paar minuten. |
Operatie: 15 minuten. Dezelfde dag naar huis.
Herstel: Enkele weken
|
---|
| Minder klachten binnen 2 jaar: 30 van de 100 mensen. |
Minder klachten binnen 3 maanden: 30 tot 50 van de 100 mensen.
Geen tintelingen ’s nachts:
Na 1 week: 48 van de 100 mensen.
Na 6 maanden: 29 van de 100 mensen.
|
Minder klachten binnen 3 maanden: 50 van de 100 mensen.
Geen tintelingen ’s nachts:
Na 1 week: 54 van de 100 mensen.
Na 6 maanden: 80 van de 100 mensen.
|
Tintelingen ’s nachts zijn bijna meteen weg.
Geen klachten meer:
Binnen 3 maanden: 75 van de 100 mensen.
Binnen 6 maanden: 83 van de 100 mensen.
Helpt minder goed bij constante klachten of dunne duimspieren.
|
---|
Hoe vaak komen de klachten terug?
| Meer klachten binnen 2 jaar: 20 van de 100 mensen. | Bij de meeste mensen. |
Binnen 1 jaar: 15 van de 100 mensen.
Binnen 6 jaar: 42 van de 100 mensen.
|
Binnen 1 jaar: 9 van de 100 mensen.
Binnen 6 jaar: 12 van de 100 mensen.
|
---|
Hoeveel mensen kiezen toch een operatie?
| Binnen 6 maanden: 80 van de 100 mensen. |
Binnen 6 maanden: 60 van de 100 mensen.
|
Binnen 6 maanden: 6 van de 100 mensen.
Binnen 5 jaar: 88 van de 100 mensen.
|
Nog een behandeling:
Binnen 1 jaar: 9 van de 100 mensen.
Binnen 6 jaar: 12 van de 100 mensen.
|
---|
| Blijvende zenuw-schade. |
Spalk is onhandig.
Soms slechter slapen.
Huid-irritatie.
|
Eerste 2 dagen soms meer klachten.
Erge pijn van de prik: 13 van de 100 mensen.
Minder dan 1 van de 100 mensen:
- Ontsteking
- Schade aan zenuw of pees
|
Pijn bij de wond.
Minder dan 1 van de 100 mensen:
- Bloeding
- Ontsteking
- Schade aan zenuw of pees
|
---|
|
Klachten kunnen vanzelf overgaan.
Geen ongemak en risico’s van behandeling.
Later toch kiezen voor een behandeling.
|
Klachten kunnen minder worden, vooral ’s nachts.
Geen ongemak en risico’s van injectie of operatie.
Later toch nog kiezen voor injectie of operatie.
|
Klachten worden bijna meteen minder.
Misschien is een operatie niet nodig.
Geen ongemak en risico’s van een operatie.
Later toch nog kiezen voor operatie.
|
Grootste kans dat klachten wegblijven.
|
---|
|
Klachten kunnen erger worden.
Risico op zenuw-schade.
|
Spalk kan onhandig of vervelend zijn.
Klachten kunnen erger worden.
Klachten kunnen terugkomen.
Risico op huid-irritatie.
|
Klachten kunnen terugkomen.
Ongemak en risico’s van de injectie.
Maximaal 2 keer een injectie.
|
Ongemak en risico’s van een operatie.
Kan lang duren voordat de klachten over zijn, vooral bij constante klachten.
Klachten kunnen terugkomen.
1 of meer littekens.
|
---|