Risico’s van een borst-sparende operatie

Elke behandeling heeft risico’s.
Bij een borst-sparende operatie kunt u problemen krijgen van de operatie en/of van de bestraling.

Niet iedereen krijgt deze problemen.
Dit is per persoon verschillend.
Ook verschilt het per persoon hoeveel last iemand heeft van de problemen.


Mogelijke problemen door een borst-sparende operatie

Vroege problemen

Na een borst-sparende operatie heeft u een risico op:

  • Ontsteking van de geopereerde borst of oksel
  • Nabloeding van de wond
  • Trombose van de ader waar het infuus in heeft gezeten
  • Vochtophoping (oedeem) in de borst 

Alle poppetjes samen staan voor 100 vrouwen met borstkanker die een borst-sparende operatie hebben gehad.

Rode poppetjes: 18 van de 100 vrouwen krijgen problemen van de operatie.6
Groene poppetjes: 82 van de 100 vrouwen krijgen geen problemen van de operatie.

Population: 18%


Late gevolgen

Sommige klachten ontstaan pas langere tijd na de operatie.
Deze klachten worden vaak minder in de loop van de tijd.

U kunt bijvoorbeeld last krijgen van:9,10

  • Algemene klachten, zoals moeheid en minder fit zijn
  • Ander gevoel in de borst of oksel
  • Klachten van de arm of de schouder
  • Strak of pijnlijk litteken
  • Gevoelloze huid rondom het litteken
  • Littekens in de borst (fibrose)
  • Harde en pijnlijke weefsel-strengen aan de binnenkant van de bovenarm 
  • Zenuwpijn
  • Is de kanker niet helemaal weg? Dan moet u nog een keer worden geopereerd of krijgt u meer bestraling.

Mogelijke problemen door bestraling

Vroege problemen

Vroege problemen door bestraling ontstaan vaak 1 tot 2 weken na de eerste bestraling.
Meestal gaan ze 2 tot 4 weken na de laatste bestraling weer over.

U kunt last krijgen van deze vroege problemen:

  • Rode, jeukende of geïrriteerde huid in het bestraalde gebied, met soms blaren
  • Moeheid
  • Gezwollen borst
  • Stekend of trekkend gevoel op de borst of in het litteken

Late gevolgen

Late gevolgen ontstaan meestal maanden tot jaren na de bestraling.
De klachten kunnen erger worden.
Late gevolgen kunnen soms behandeld worden. Bijvoorbeeld met fysiotherapie.

De meeste vrouwen hebben 1 of meer van deze late gevolgen van bestraling:

  • Veranderde vorm van de geopereerde borst
  • Kwetsbare strakke huid
  • Meer bindweefsel in de borst, waardoor de borst harder aanvoelt
  • Pijn aan de borstwand
  • Klachten van de arm of de schouder

Sommige vrouwen hebben 1 of meer van deze late gevolgen van bestraling:

  • Donkerdere kleur van de huid
  • Schade aan bloedvaatjes
  • Kwetsbare en gevoelige ribben
  • Ontsteking van het borstweefsel
  • Hart-problemen
  • Long-klachten, zoals kortademigheid of hoesten