Vaginale bevalling

U kunt ervoor kiezen vaginaal te bevallen.
U bevalt dan in het ziekenhuis onder begeleiding van het ziekenhuis.
Uw partner en andere naasten mogen bij de bevalling zijn.


De bevalling

U wacht af tot de bevalling vanzelf begint.
Als de weeën beginnen, gaat u naar het ziekenhuis.
Hier bevalt u onder begeleiding van een arts of verloskundige.
Bevalt u onder begeleiding van de verloskundige?
Dan is er een arts in de buurt die kan bijspringen als dat nodig is.

Tijdens de bevalling houdt de arts of verloskundige u en de baby goed in de gaten.
Bijvoorbeeld door de hartslag van de baby te meten tijdens de bevalling.
Ontstaan er problemen? Dan kan de arts of verloskundige snel ingrijpen.


Na de bevalling

Na de bevalling wordt meestal uw baby bij u op de borst gelegd.
U kunt uw baby na de bevalling meteen borstvoeding geven.

Gaat alles goed? Dan mag u dezelfde dag naar huis.
Meestal bent u na een paar dagen weer goed op de been.
Maar het is belangrijk dat u uw activiteiten langzaam opbouwt.
Soms duurt het herstel langer.

De eerste 10 dagen moet u nog veel rust nemen.
De eerste 6 weken kunt u nog niet sporten of zware huis-houdelijke taken doen.
Ook mag u geen zware dingen tillen.


Pijnstilling

Wilt u pijnstilling tijdens de bevalling?
Dat kan. Bijvoorbeeld door een ruggenprik of met een infuus.
Bespreek dit met uw arts.